Escuriaal | van Michel de Ghelderode | regie Jan Devos

Deze 'reconstructie' van Escuriaal ging in première op 21 december 1978, met Magda Cnudde als (stervende) Koningin, Chris Thys als Vrijdag (de vrouwelijke nar en minnares van de koning), Eddy Spruyt als Rhnd (rechterhand) en d.G. (dienaar Gods) en Rudi Vandendaele als Koning.

Uit het programmaboekje:

Brussel, 15 december 1948

Geachte heer,

(…) U moet geen rekening houden met de wensen en de raadgevingen van de auteur, die allang een eenzaam leven leidt, ver verwijderd van het theater. Er bestaan verschillende manieren om "Escuriaal" te spelen. Die van u zal de juiste manier zijn; de stijl die u het verleent, de magische sfeer die u erop projecteert zullen in de lijn liggen van uw temperament. Deze dingen ontgaan mij – ze zijn me niet langer meer eigen: het stuk is van u en het is uw plicht het tot leven te brengen ofwel van binnenuit ofwel van buitenaf, naargelang de intensiteit van de werkelijkheid of de droom. Dat is uw prachtig domein. Ik sta daar buiten. Het stuk begint pas op het toneel te leven waar uw creativiteit begint.

Alles wat ik u wilde zeggen wordt gesuggereerd in de tekst: het wrede en hallucinante van de actie wordt aangegeven in de beschrijving van het decor en de personages. Het enige wat u tot nut zou kunnen strekken, is dit: denk aan "schilderij"; dit stuk is theater geworden "schilderij". Ik verklaar even.

Ik werd tot het schrijven van "Escuriaal" geïnspireerd nadat ik in het Louvre twee doeken gezien had van de Spaanse School. Aan dezelfde wand een El Greco en een Velasquez, en niet ver van mekaar (dat was in 1925-26). El Greco gaf gestalte aan een bezorgde, afgetobde, duidelijk gedegenereerde, tuberculeuze "Koning Juan" – kortom, een fraai ziekelijk exemplaar. Uit El Greco's borstel kwam een wreed, onrustwekkend, onvergetelijk personage te voorschijn – en ik moest van hem dromen! Velasquez schilderde een prachtige dwerg neer, opgezwollen van bloed en driften.

Deze twee monsters samen brengen was al wat nodig was. Het resultaat werd het stuk – en de beeldende kracht greep u evenzeer aan als de bijzonder intense en gebalde toon, de plotselinge wisselingen – de stemmen werden eens te meer menselijk. Ja, alles is picturaal: gestiek, houdingen, mimiek, spel. Ik weet anders niets te bedenken om u te vertellen. (…)

Schrijf me na de première. Uw ervaringen en wat u die avond gevoeld hebt, zullen me wat leren en zijn belangrijker dan de recensies…

Michel de Ghelderode, in een brief aan René Dupuy